Lessen > organisatie
> inspiratie voor de lessen > ontwerpleerplan | good practices | bibliotheek | activiteitenkalender | de pilootleerkrachten aan het woord
> evaluatie > evaluatie in het kunstenbad | evaluatietool
> inspiratie voor de lessen > ontwerpleerplan | good practices | bibliotheek | activiteitenkalender | de pilootleerkrachten aan het woord
> evaluatie > evaluatie in het kunstenbad | evaluatietool
Iedereen componist
Academie Hamme
Academie Hamme
|
|
|
|
Iedereen componist:
We vertrokken vanuit "oude voorwerpen" die leerlingen hadden meegebracht van thuis. Welk voorwerp en hoe oud, mochten ze zelf kiezen. We experimenteerden met het geluid van deze voorwerpen en onderzochten enkele parameters. Is het een stil geluid? Kan je een lang geluid maken? Welke voorwerpen klinken hetzelfde?
Vervolgens gingen de leerlingen in groepjes van 4 op zoek naar ritmische patronen met deze geluiden. In 4 tellen moesten alle geluiden 1 of meerdere keren aan bod komen. Zo ontstonden er leuke ritmische patronen. In een volgende les werden de "creaties" van de leerlingen in een grafische partituur met geometrische vormen en lijnen getekend door de leerkracht. Ze werden echter niet meer gespeeld op de voorwerpen, maar op dozen en melodie-instrumenten zoals de xylofoon, het klokkenspel, de klankstaven,… De leerlingen kozen 1 ritmisch patroon en zetten het om naar ritme en melodie met hun instrumenten. Door het patroon enkele keren na elkaar te herhalen ontstond er een compositie. Bij sommige groepjes kwam er ook een B-deel in de compositie, waarbij het ritmisch patroon door een andere combinatie of volgorde van instrumenten gespeeld werd.
De composities van de leerlingen werden gefilmd om opgestuurd te worden naar de wedstrijd iedereen componist van Klara.
Het opnemen op zich was al een hele ervaring, want het gaat om een momentopname waarbij het samenspel, maar ook het individuele spel mooi in de plooi moet vallen. Een hele ervaring, maar bijzonder leuk!
Leerdoelen waaraan gewerkt werd:
het kind toont nieuwsgierigheid* (De onderzoeker)
het kind exploreert en experimenteert (De onderzoeker)
het kind kan spelen met elementen van… (De vakman)
het kind kan zich focussen* (De vakman)
het kind draagt zorg voor het lichaam, materiaal en omgeving* (De vakman)
het kind creëert (Ik als unieke kunstenaar)
het kind bouwt vertrouwen op* (Ik als unieke kunstenaar)
het kind vindt een evenwicht tussen het ik en de groep* (De samenspeler)
het kind toont engagement* (De samenspeler)
het kind toont een creatie (De performer)