Lessen > organisatie
> inspiratie voor de lessen > ontwerpleerplan | good practices | bibliotheek | activiteitenkalender | de pilootleerkrachten aan het woord
> evaluatie > evaluatie in het kunstenbad | evaluatietool
> inspiratie voor de lessen > ontwerpleerplan | good practices | bibliotheek | activiteitenkalender | de pilootleerkrachten aan het woord
> evaluatie > evaluatie in het kunstenbad | evaluatietool
De samenstelling van de groep: per leeftijd of gemengd Het kunstenbad is bestemd voor kinderen van 6 en 7 jaar. Naar groepssamenstelling toe zijn er twee mogelijkheden. De leerlingen per leeftijd in een klas indelen of een gemengde groep maken. In de pilootacademies zijn beide opties aan bod gekomen. Na drie jaar ervaring hebben we geen specifieke voorkeur. Het werken met enkel één leeftijdsgroep heeft zijn voordelen. Maar in een gemengde groep kunnen de oudere kinderen de jongere kinderen mee op weg helpen, wat ook een positieve dynamiek kan teweeg brengen. Hierbij één opmerking: als je voor een gemengde groep gaat van 6 en 7-jarigen, zorg dan dat het een goede mix is, één of twee kinderen van een andere leeftijd in een groep kan soms iets moeilijker werken. Om een individuele begeleiding en opvolging te kunnen garanderen zijn kleine groepen een absolute noodzaak. Onze richtlijn is een groep van maximum 12 leerlingen. Het inzetten van de leerkrachten: verschillende organisatievormen Bij de opstart van het project ontstonden in de pilootacademies drie organisatievormen in verband met het inzetten van leerkrachten: 1. één leerkracht geeft alle domeinen 2. één hoofdleerkracht die wordt bijgestaan door vakspecialisten 3. teams van vakspecialisten In het tweede jaar was er een duidelijke verschuiving in de organisatievormen, een logisch gevolg van de eerste ontdekkingen van het project. De leerkrachten die in alle domeinen een opleiding hebben genoten of voldoende bagage hebben, zijn witte raven. Het kunstenbad met één leerkracht inrichten bleek geen volwaardige optie. De tweede mogelijkheid, een hoofdleerkracht geassisteerd door vakspecialisten bleek duidelijk een interessante optie te zijn! Een vaste leerkracht die altijd aanwezig is, verhoogt enerzijds het veiligheidsgevoel bij de kinderen, anderzijds kan de groei en evolutie van de kinderen optimaal opgevolgd worden. De hoofdleerkracht is de regisseur van de klas en spreekt zijn regie-assistenten met een andere vakspecialiteit aan om de les te komen verrijken. Voorwaarde om dit te doen slagen is een sterke hoofdleerkracht met een brede achtergrond die goed kan communiceren. Bij de derde mogelijkheid, werken met teams van vakspecialisten, ontstonden twee pistes: •Vakspecialisten gaan afwisselend met de kinderen aan de slag. Cruciaal hierbij is dat ze regelmatig een les of lesmoment van hun collega’s kunnen bijwonen en dat er regelmatig overleg is zodat er voldoende cross-overs kunnen ingebouwd worden. •Twee leerkrachten met een andere vakspecialiteit staan samen in de klas: ‘team-teaching’. Om dit financieel haalbaar te maken worden er twee groepen samengevoegd, bijvoorbeeld 24 leerlingen in plaats van 12. Er kan afgewisseld worden in het samen lesgeven aan de grote groep of per leerkracht met de helft van de klas aan de slag gaan. Om alle vijf domeinen grondig te verkennen is het bij beide pistes noodzakelijk om af en toe met gastdocenten te werken. |
In het derde jaar zoeken de verschillende academies opnieuw een goede organisatievorm die inhoudelijk sterke resultaten geeft en ook organisatorisch, praktisch en financieel haalbaar is. Team-teaching blijft de regel. Hoewel de leerkrachten soms alleen voor een groep staan, wordt er heel veel samengewerkt en samen overlegd. In vele academies wordt er ook met gastdocenten gewerkt. Organisatorisch en praktisch is het gemakkelijk om het kunstenbad te organiseren met één leerkracht voor de klas, of twee leerkrachten afwisselend (waarbij de leerlingen eerst een uur les hebben van één leerkracht en het tweede uur van een andere leerkracht.) Toch blijkt ondertussen duidelijk dat deze vorm niet zo wenselijk is. Alle leerkrachten geven aan dat ze liefst (eventueel gedeeltelijk) samen voor de klas zouden staan, aangezien dit zo verrijkend is. Met twee kun je niet alleen van elkaar leren, je kunt elkaar ook aanvullen en versterken. Bovendien stimuleert het de creativiteit en de durf om nieuwe onbekende paden te bewandelen. De verschillende organisatievormen die momenteel door de pilootleerkrachten verkozen worden, zijn organisatievormen waarbij er (deels) samen voor de klas gestaan wordt. Alle leerkrachten geven aan hoe verrijkend dit is en geven aan deze mogelijkheid te verkiezen. Concreet zijn dit de drie mogelijkheden waar momenteel voor geopteerd wordt: 1. Twee leerkrachten geven samen les aan een grotere groep kinderen. In de praktijk zijn er momenteel echter nog geen ervaringen met groepen groter dan 16 kinderen. 24 kinderen lijkt voor iedereen een te grote groep. 18 tot 20 kinderen lijkt haalbaar. 2. Eén hoofdleerkracht wordt op regelmatige basis geassisteerd door collega’s en gastdocenten. Dit vraagt de nodige beschikbaarheid van de leerkrachten. Deze leerkrachten houden zich dan ook vrij tijdens deze uren. 3. Drie leerkrachten zijn verantwoordelijk voor twee klassen en staan afwisselend alleen/samen voor de klas. Dit is een organisatievorm die optimale groeikansen geeft aan de leerkrachten doordat ze samen voor de klas staan en van elkaar kunnen leren. Bij deze optie blijft het nodig om daarnaast gastdocenten aan te spreken voor de domeinen waar ze zelf minder expertise in hebben opgebouwd. Welke organisatievorm je ook kiest, dit zijn sleutelbegrippen |