Lessen > organisatie
> inspiratie voor de lessen > ontwerpleerplan | good practices | bibliotheek | activiteitenkalender | de pilootleerkrachten aan het woord
> evaluatie > evaluatie in het kunstenbad | evaluatietool
> inspiratie voor de lessen > ontwerpleerplan | good practices | bibliotheek | activiteitenkalender | de pilootleerkrachten aan het woord
> evaluatie > evaluatie in het kunstenbad | evaluatietool
werken Rond
Onderwerp/thema:
‘Ge zijt wie ge zijt’. Kennismaking, identiteit Inspiratie: Lied uit ‘De Mestkever’. Bronnen: Lied ‘Ge zijt wie ge zijt’ uit: ‘De mestkever’ (Het Geluidshuis) Beginsituatie: Van elke leerling werd tijdens de vorige les een ‘gekkebekken-foto’ getrokken. Deze foto werd in zwart-wit uitgeprint op A3- formaat. |
werken Aan
Leerdoelen uit ontwerpleerplan:
het kind beleeft en ervaart kunst het kind exploreert en experimenteert het kind creëert het kind drukt zich persoonlijk uit het kind kan spelen met elementen van… het kind kan zich inleven* het kind vindt een evenwicht tussen het ik en de groep* het kind bouwt vertrouwen op* het kind toont een creatie het kind maakt verbinding met het publiek het kind kan communiceren |
werken Met
Methodiek/werkvorm:
lied laten horen voor-en nazingen meezingen groepsbegeleiding individuele begeleding participatie uitleg geven voortonen herhaling groepswerk performance groepsgesprek Materiaal/ benodigdheden: grote ruimte, grote spiegels, tafeltjes, CD ‘De mestkever’ (geluidshuis), akkoordinstrument voor live-begeleiding, ‘gekkebekken-foto’ zwart-wit uitgeprint op A3-formaat, papier, zwarte stiften, gekleurde wasco’s, schaar, lijm, reclamefolders, tijdschriften, appels |
Lesverloop:
Lied ‘Ge zijt wie ge zijt’ (opwarming)
Het lied ‘Ge zijt wie ge zijt’ wordt speels aangeleerd. (lied laten horen - voor-en nazingen - meezingen)
Voor elke zin van het lied wordt met de groep gezocht naar een bijhorende beweging. (groepsbegeleiding)
-het kind beleeft en ervaart kunst (Ik als unieke kunstenaar)
-het kind kan spelen met elementen van… (De vakman)
-het kind exploreert en experimenteert (De onderzoeker)
-het kind drukt zich persoonlijk uit (Ik als unieke kunstenaar)
-het kind kan zich inleven* (De samenspeler)
Spiegelen 1 (opwarming)
De leerlingen staan met z’n allen voor een grote spiegel. Ze kijken via de spiegel naar elkaar, zwaaien naar elkaar, trekken gekke bekken,… (individuele begeleiding) Op die manier kunnen de kinderen zich verkennend opwarmen en lichamelijk loskomen. Vervolgens is er één leerling aan wie alle andere leerlingen zich spiegelen, via de spiegel. (participatie)
-het kind exploreert en experimenteert (De onderzoeker)
-het kind bouwt vertrouwen op* (Ik als unieke kunstenaar)
-het kind drukt zich persoonlijk uit (Ik als unieke kunstenaar)
Lied ‘Ge zijt wie ge zijt’ (opwarming)
Het lied ‘Ge zijt wie ge zijt’ wordt speels aangeleerd. (lied laten horen - voor-en nazingen - meezingen)
Voor elke zin van het lied wordt met de groep gezocht naar een bijhorende beweging. (groepsbegeleiding)
-het kind beleeft en ervaart kunst (Ik als unieke kunstenaar)
-het kind kan spelen met elementen van… (De vakman)
-het kind exploreert en experimenteert (De onderzoeker)
-het kind drukt zich persoonlijk uit (Ik als unieke kunstenaar)
-het kind kan zich inleven* (De samenspeler)
Spiegelen 1 (opwarming)
De leerlingen staan met z’n allen voor een grote spiegel. Ze kijken via de spiegel naar elkaar, zwaaien naar elkaar, trekken gekke bekken,… (individuele begeleiding) Op die manier kunnen de kinderen zich verkennend opwarmen en lichamelijk loskomen. Vervolgens is er één leerling aan wie alle andere leerlingen zich spiegelen, via de spiegel. (participatie)
-het kind exploreert en experimenteert (De onderzoeker)
-het kind bouwt vertrouwen op* (Ik als unieke kunstenaar)
-het kind drukt zich persoonlijk uit (Ik als unieke kunstenaar)
Zelfportret
De leerlingen krijgen hun ‘gekkebekken-foto’, zwart-wit uitgeprint op A3 formaat. Met een zwarte stift worden alle contouren van de foto geaccentueerd: de omtrekken van het gehele gezicht, de omtrekken van de lippen, neus, oren,… (uitleg geven en voortonen) Daarna worden de vlakken op het gezicht ingekleurd met verschillende kleuren wasco. (uitleg geven) Vervolgens worden de ingekleurde vlakken uitgeknipt en op een blanco A3 blad herpuzzeld en op het blad vastgeplakt. (uitleg geven – individuele begeleiding) Op die manier creëren ze iets nieuws. -het kind kan spelen met elementen van… (De vakman) -het kind creëert (Ik als unieke kunstenaar) |
Spiegelen 2
De leerlingen kijken nog eens goed in de spiegel naar wie ze zelf zijn: ze zingen nogmaals het lied ‘Ge zijt wie ge zijt’, opnieuw met de bewegingen erbij. (herhaling) Er worden met de hele groep enkele extra versregeltjes voor het lied uitgevonden, ook met een bijhorende beweging. (groepsbegeleiding)
De leerlingen gaan per twee tegenover een andere leerling staan en spiegelen mekaar. Er wordt hierbij goed afgesproken wie wie spiegelt. Ze gebruiken bewegingen met het lichaam en ook grimassen. Ze doen dit enkele keren: rechtstaand, op een stoel, dicht bij elkaar, ver van elkaar. (individuele begeleiding - groepswerk)
Elk groepje van twee bereidt nu een klein ‘spiegelstukje’ voor (een drie- à vijftal bewegingen). Ze repeteren dit per twee en vervolgens tonen ze dit stukje voor de groep. (groepswerk – performance) Dit wordt vervolgens in groep besproken. (groepsgesprek)
-het kind creëert (Ik als unieke kunstenaar)
-het kind vindt een evenwicht tussen het ik en de groep* (De samenspeler)
-het kind toont een creatie (De performer)
-het kind kan communiceren (De samenspeler)
De leerlingen kijken nog eens goed in de spiegel naar wie ze zelf zijn: ze zingen nogmaals het lied ‘Ge zijt wie ge zijt’, opnieuw met de bewegingen erbij. (herhaling) Er worden met de hele groep enkele extra versregeltjes voor het lied uitgevonden, ook met een bijhorende beweging. (groepsbegeleiding)
De leerlingen gaan per twee tegenover een andere leerling staan en spiegelen mekaar. Er wordt hierbij goed afgesproken wie wie spiegelt. Ze gebruiken bewegingen met het lichaam en ook grimassen. Ze doen dit enkele keren: rechtstaand, op een stoel, dicht bij elkaar, ver van elkaar. (individuele begeleiding - groepswerk)
Elk groepje van twee bereidt nu een klein ‘spiegelstukje’ voor (een drie- à vijftal bewegingen). Ze repeteren dit per twee en vervolgens tonen ze dit stukje voor de groep. (groepswerk – performance) Dit wordt vervolgens in groep besproken. (groepsgesprek)
-het kind creëert (Ik als unieke kunstenaar)
-het kind vindt een evenwicht tussen het ik en de groep* (De samenspeler)
-het kind toont een creatie (De performer)
-het kind kan communiceren (De samenspeler)
Spiegeltje, spiegeltje aan de wand
De leraar staat voor de spiegel en vraagt hardop: ‘Spiegeltje, spiegeltje aan de wand: wat is er zo raar in dit land?’
Met een andere stem (hoog stemmetje, of hele diepe,…) antwoordt de leraar dan bijvoorbeeld:
‘In dit land loopt iedereen voortdurend te geeuwen’. Vervolgens speelt de hele klasgroep eventjes alsof ze in het land zijn waar iedereen voortdurend loopt te geeuwen. (groepsbegeleiding)
Als de leraar dit een paar keer heeft gevraagd aan de spiegel, met telkens andere antwoorden, is het de beurt aan de leerlingen zelf. Leerlingen die dit willen, mogen nu zelf eens hardop aan de spiegel de vraag stellen en, met een ander stemmetje, het antwoord van de spiegel uitvinden. Op die manier wordt hun inventiviteit geprikkeld. Vervolgens speelt de hele klas heel kort hun eigen versie van het uitgevonden idee. (individuele begeleding – groepsbegeleiding)
-het kind exploreert en experimenteert (De onderzoeker)
-het kind creëert (Ik als unieke kunstenaar)
-het kind drukt zich persoonlijk uit (Ik als unieke kunstenaar)
Lékkere appeltjes!
De leraar staat opnieuw voor de spiegel, stelt de vraag en geeft als antwoord: ‘In dit land is iedereen een heks die giftige appels verkoopt maar doet alsof ze heel lekker zijn.’ Meteen erna verandert de leraar in heks (gekromde rug, hoog stemmetje, gemeen lachje…) en loopt hij rond terwijl hij een verkoopspraatje houdt voor zijn lekkere appeltjes (‘mmmm….lekkere appeltjes, sappig en gezond…kijk eens hoe ze blinken…ze zijn helemaal niet giftig hoor…’). De leerlingen doen dit, op hun manier, na. (participatie)
-het kind exploreert en experimenteert (De onderzoeker)
-het kind kan spelen met elementen van… (De vakman)
-het kind drukt zich persoonlijk uit (Ik als unieke kunstenaar)
Appelkraam
De leerlingen knippen uit reclamefolders en tijdschriften appels en eventuele andere bijhorende dingen (mand, boom,…) uit en maken hiermee een collage op een vel papier: een verkoopsfolder voor lekkere giftige appeltjes… (uitleg geven – individuele begeleiding)
In de buurt van de plek waar de ouders de kinderen na de lestijd komen ophalen, worden enkele tafeltjes geplaatst. De leerlingen kiezen een tafeltje en hangen of leggen er hun collage bij. Elke leerling krijgt een echte appel. Wanneer de ouders hun kinderen komen ophalen, passeren zij langs de appelkraampjes. Dit is een opdracht voor de durvers: wie durft, met de houding en de stem van een heks, naar mensen toe te stappen en met een sappig verkoopspraatje een lekker appeltje aan de man trachten te brengen? (performance)
-het kind kan spelen met elementen van… (De vakman)
-het kind creëert (Ik als unieke kunstenaar)
-het kind toont een creatie (De performer)
-het kind maakt verbinding met het publiek (De performer)
-het kind drukt zich persoonlijk uit (Ik als unieke kunstenaar)
-het kind kan zich inleven* (De samenspeler)
De leraar staat voor de spiegel en vraagt hardop: ‘Spiegeltje, spiegeltje aan de wand: wat is er zo raar in dit land?’
Met een andere stem (hoog stemmetje, of hele diepe,…) antwoordt de leraar dan bijvoorbeeld:
‘In dit land loopt iedereen voortdurend te geeuwen’. Vervolgens speelt de hele klasgroep eventjes alsof ze in het land zijn waar iedereen voortdurend loopt te geeuwen. (groepsbegeleiding)
Als de leraar dit een paar keer heeft gevraagd aan de spiegel, met telkens andere antwoorden, is het de beurt aan de leerlingen zelf. Leerlingen die dit willen, mogen nu zelf eens hardop aan de spiegel de vraag stellen en, met een ander stemmetje, het antwoord van de spiegel uitvinden. Op die manier wordt hun inventiviteit geprikkeld. Vervolgens speelt de hele klas heel kort hun eigen versie van het uitgevonden idee. (individuele begeleding – groepsbegeleiding)
-het kind exploreert en experimenteert (De onderzoeker)
-het kind creëert (Ik als unieke kunstenaar)
-het kind drukt zich persoonlijk uit (Ik als unieke kunstenaar)
Lékkere appeltjes!
De leraar staat opnieuw voor de spiegel, stelt de vraag en geeft als antwoord: ‘In dit land is iedereen een heks die giftige appels verkoopt maar doet alsof ze heel lekker zijn.’ Meteen erna verandert de leraar in heks (gekromde rug, hoog stemmetje, gemeen lachje…) en loopt hij rond terwijl hij een verkoopspraatje houdt voor zijn lekkere appeltjes (‘mmmm….lekkere appeltjes, sappig en gezond…kijk eens hoe ze blinken…ze zijn helemaal niet giftig hoor…’). De leerlingen doen dit, op hun manier, na. (participatie)
-het kind exploreert en experimenteert (De onderzoeker)
-het kind kan spelen met elementen van… (De vakman)
-het kind drukt zich persoonlijk uit (Ik als unieke kunstenaar)
Appelkraam
De leerlingen knippen uit reclamefolders en tijdschriften appels en eventuele andere bijhorende dingen (mand, boom,…) uit en maken hiermee een collage op een vel papier: een verkoopsfolder voor lekkere giftige appeltjes… (uitleg geven – individuele begeleiding)
In de buurt van de plek waar de ouders de kinderen na de lestijd komen ophalen, worden enkele tafeltjes geplaatst. De leerlingen kiezen een tafeltje en hangen of leggen er hun collage bij. Elke leerling krijgt een echte appel. Wanneer de ouders hun kinderen komen ophalen, passeren zij langs de appelkraampjes. Dit is een opdracht voor de durvers: wie durft, met de houding en de stem van een heks, naar mensen toe te stappen en met een sappig verkoopspraatje een lekker appeltje aan de man trachten te brengen? (performance)
-het kind kan spelen met elementen van… (De vakman)
-het kind creëert (Ik als unieke kunstenaar)
-het kind toont een creatie (De performer)
-het kind maakt verbinding met het publiek (De performer)
-het kind drukt zich persoonlijk uit (Ik als unieke kunstenaar)
-het kind kan zich inleven* (De samenspeler)
Commentaar/Suggesties/Associaties/Uitbreiding/Nawerking:
-Aandachtspunt: Bij het zoeken naar bewegingen bij het lied, is het belangrijk dat de leerlingen niet zomaar iets uitbeelden, maar zich inleven en van daaruit iets verbeelden.
-Foto’s maken en portretten tekenen zoals in het boek ‘Hier ben ik’ van Joke Van Leeuwen
-Mogelijke link naar het verhaal van Narcissus: die verliefd werd op zijn eigen spiegelbeeld...