Lessen > organisatie
> inspiratie voor de lessen > ontwerpleerplan | good practices | bibliotheek | activiteitenkalender | de pilootleerkrachten aan het woord
> evaluatie > evaluatie in het kunstenbad | evaluatietool
> inspiratie voor de lessen > ontwerpleerplan | good practices | bibliotheek | activiteitenkalender | de pilootleerkrachten aan het woord
> evaluatie > evaluatie in het kunstenbad | evaluatietool
werken Rond
Onderwerp/thema: 'De ruimte' Bronnen: Lied: ‘k Heb een tante in Marokko’ Beginsituatie: We vertrokken van een thema dat veel kinderen aanspreekt: de ruimte. |
werken Aan
Leerdoelen uit ontwerpleerplan: het kind drukt zich persoonlijk uit het kind creëert het kind vertelt een (eigen) verhaal het kind bouwt vertrouwen op* het kind exploreert en experimenteert het kind kan spelen met elementen van… het kind kan zich focussen* het kind verwerft inzicht het kind vindt een evenwicht tussen het ik en de groep* het kind kan zich inleven* het kind toont een creatie het kind maakt verbinding met het publiek |
werken Met
Methodiek/werkvorm: groepsbegeleiding groepsoverleg groepswerk voor-en nazingen meezingen participatie groepsgesprek individuele begeleiding uitleg geven en tonen herhaling performance Materiaal/ benodigdheden: Kartonnen dozen, allerhande materiaal met verschillende vormen: plastieken potjes, kartonnen doosjes, colaflesjes, yoghurt-doosjes, wc-rollen, … Plakband, krantenpapier, behangerslijm Verf, verfborstels, zilverpapier Bretellen, helium-ballonnen aan touwtje Muziek: fragment uit de soundtrack van Wall-e Schmink |
Lesverloop:
Een tante in de ruimte
We vertrekken van het liedje :’k Heb een tante in Marokko’, maar dan: ‘k Heb een tante in de ruimte’ en die komt…
Juf Sophie speelt de tante en de kinderen mogen ze aankleden als ‘een tante uit de ruimte’. Ze mogen zelf bepalen hoe de tante eruitziet.
Ze kiezen daarvoor kledij en attributen uit de verkleedkoffer. De kinderen mogen zelf fantaseren over de identiteit van de tante: ‘Wat doet ze? Hoe spreekt ze? Wat doet ze aan?’, … (groepsbegeleiding, groepsoverleg)
Op basis van het bestaande liedje: ‘‘k Heb een tante in Marokko’ maken de kinderen zelf een nieuw liedje. Ze fantaseren en vullen zelf de tekst aan.
Op basis van hun ideeën en fantasie maken de kinderen verschillende strofes voor het liedje. (groepswerk)
Ze oefenen het zelf gemaakte liedje. (voor-en nazingen, meezingen)
het kind exploreert en experimenteert (De onderzoeker)
het kind creëert (Ik als unieke kunstenaar)
het kind vindt een evenwicht tussen het ik en de groep* (De samenspeler)
het kind kan spelen met elementen van… (De vakman)
Een tante in de ruimte
We vertrekken van het liedje :’k Heb een tante in Marokko’, maar dan: ‘k Heb een tante in de ruimte’ en die komt…
Juf Sophie speelt de tante en de kinderen mogen ze aankleden als ‘een tante uit de ruimte’. Ze mogen zelf bepalen hoe de tante eruitziet.
Ze kiezen daarvoor kledij en attributen uit de verkleedkoffer. De kinderen mogen zelf fantaseren over de identiteit van de tante: ‘Wat doet ze? Hoe spreekt ze? Wat doet ze aan?’, … (groepsbegeleiding, groepsoverleg)
Op basis van het bestaande liedje: ‘‘k Heb een tante in Marokko’ maken de kinderen zelf een nieuw liedje. Ze fantaseren en vullen zelf de tekst aan.
Op basis van hun ideeën en fantasie maken de kinderen verschillende strofes voor het liedje. (groepswerk)
Ze oefenen het zelf gemaakte liedje. (voor-en nazingen, meezingen)
het kind exploreert en experimenteert (De onderzoeker)
het kind creëert (Ik als unieke kunstenaar)
het kind vindt een evenwicht tussen het ik en de groep* (De samenspeler)
het kind kan spelen met elementen van… (De vakman)
Families in de ruimte met een ruimteschip
Er wordt een ruimteschip gebouwd met houten blokken. Vervolgens komen de ‘ruimte-families’ tot leven:
Er leven verschillende families in de ruimte en die zien er allemaal anders uit omdat ze met verschillende lichaamsdelen bewegen. Elke familie beweegt met een bepaald lichaamsdeel. Zo zijn er families die met hun hoofd bewegen, andere met hun benen. Op muziek worden die verschillende lichaamsdelen verkend. De kinderen exploreren zo per lichaamsdeel de verschillende bewegingsmogelijkheden. (groepsbegeleiding, participatie)
het kind exploreert en experimenteert (De onderzoeker)
het kind kan spelen met elementen van… (De vakman)
het kind drukt zich persoonlijk uit (Ik als unieke kunstenaar)
Er wordt een ruimteschip gebouwd met houten blokken. Vervolgens komen de ‘ruimte-families’ tot leven:
Er leven verschillende families in de ruimte en die zien er allemaal anders uit omdat ze met verschillende lichaamsdelen bewegen. Elke familie beweegt met een bepaald lichaamsdeel. Zo zijn er families die met hun hoofd bewegen, andere met hun benen. Op muziek worden die verschillende lichaamsdelen verkend. De kinderen exploreren zo per lichaamsdeel de verschillende bewegingsmogelijkheden. (groepsbegeleiding, participatie)
het kind exploreert en experimenteert (De onderzoeker)
het kind kan spelen met elementen van… (De vakman)
het kind drukt zich persoonlijk uit (Ik als unieke kunstenaar)
Een space-mobiel voor iedereen
Vervolgens maken de kinderen ‘space-mobieltjes’. We vertrekken daarbij van een kartonnen doos. We stellen de kinderen volgende onderzoeksvraag: ‘Wat moet er allemaal op de doos om te kunnen vliegen?’ ‘Wat heb je allemaal nodig? Wat kunnen we vastmaken aan de space-mobiel? En welke techniek heb je daarvoor nodig?’ (groepsgesprek) Sommigen kinderen maken vleugels, anderen een stuur, lichten, … Er is allerhande (kosteloos) materiaal met verschillende vormen voorzien om te gebruiken: plastieken potjes, kartonnen doosjes, colaflesjes, yoghurt-doosjes, wc-rollen, … De kinderen mogen deze met plakband vastmaken aan hun kartonnen doos. Zo kunnen ze experimenteren met hechtingstechniek. (individuele begeleiding, uitleg geven en tonen)
De space-mobieltjes worden verwerkt met papier-maché. Om deze papier-maché techniek te verwerven moeten de kinderen leren doorzetten. Krantenpapier wordt in repen gescheurd om vervolgens met behulp van behangerslijm de doos in te pakken. Bij sommige kinderen gaat het al wat vlotter dan bij de andere, zo leren ze ook samen te werken en elkaar te helpen. Kinderen bieden elkaar spontaan hulp aan!
Als afwerking worden de mobieltjes in het zwart geschilderd met een accentkleur: fluo-oranje. De kinderen mogen zelf kiezen welke delen van hun mobieltje een oranje kleur krijgen. Ook mogen de kinderen stukjes zilverpapier gebruiken om hun space-mobiel af te werken. (individuele begeleiding, uitleg geven en tonen)
het kind creëert (Ik als unieke kunstenaar)
het kind drukt zich persoonlijk uit (Ik als unieke kunstenaar)
het kind kan zich focussen* (De vakman)
het kind kan spelen met elementen van… (De vakman)
het kind verwerft inzicht (De vakman)
het kind kan zich inleven* (De samenspeler)
Vervolgens maken de kinderen ‘space-mobieltjes’. We vertrekken daarbij van een kartonnen doos. We stellen de kinderen volgende onderzoeksvraag: ‘Wat moet er allemaal op de doos om te kunnen vliegen?’ ‘Wat heb je allemaal nodig? Wat kunnen we vastmaken aan de space-mobiel? En welke techniek heb je daarvoor nodig?’ (groepsgesprek) Sommigen kinderen maken vleugels, anderen een stuur, lichten, … Er is allerhande (kosteloos) materiaal met verschillende vormen voorzien om te gebruiken: plastieken potjes, kartonnen doosjes, colaflesjes, yoghurt-doosjes, wc-rollen, … De kinderen mogen deze met plakband vastmaken aan hun kartonnen doos. Zo kunnen ze experimenteren met hechtingstechniek. (individuele begeleiding, uitleg geven en tonen)
De space-mobieltjes worden verwerkt met papier-maché. Om deze papier-maché techniek te verwerven moeten de kinderen leren doorzetten. Krantenpapier wordt in repen gescheurd om vervolgens met behulp van behangerslijm de doos in te pakken. Bij sommige kinderen gaat het al wat vlotter dan bij de andere, zo leren ze ook samen te werken en elkaar te helpen. Kinderen bieden elkaar spontaan hulp aan!
Als afwerking worden de mobieltjes in het zwart geschilderd met een accentkleur: fluo-oranje. De kinderen mogen zelf kiezen welke delen van hun mobieltje een oranje kleur krijgen. Ook mogen de kinderen stukjes zilverpapier gebruiken om hun space-mobiel af te werken. (individuele begeleiding, uitleg geven en tonen)
het kind creëert (Ik als unieke kunstenaar)
het kind drukt zich persoonlijk uit (Ik als unieke kunstenaar)
het kind kan zich focussen* (De vakman)
het kind kan spelen met elementen van… (De vakman)
het kind verwerft inzicht (De vakman)
het kind kan zich inleven* (De samenspeler)
Toonmoment van de ruimte-families
Er wordt geoefend voor een toonmoment. (herhaling) De kinderen maken daarvoor ook nog kostuums. Elk kind maakt zijn eigen kostuum: Een zwarte t-shirt wordt met knoopjes tussen de benen vastgemaakt tot een soort ‘broekpakje’. Dit mogen de kinderen afwerken met fluo oranje tape. Ze brengen verschillende vormen aan op de t-shirt: allerhande vormen, lijnen, stippen,… Elk kind maakt zijn eigen compositie. Op het toonmoment zelf worden ook de handen en voeten afgewerkt met lijnen in fluo oranje (met schmink). De dozen krijgen bretellen en achteraan nog een touwtje met een witte ballon met helium. (individuele begeleiding, uitleg geven en tonen) het kind drukt zich persoonlijk uit (Ik als unieke kunstenaar) het kind creëert (Ik als unieke kunstenaar) het kind kan spelen met elementen van… (De vakman) Op het toonmoment komen de kinderen vanuit de zaal op met hun space-mobiel, bewegend op muziek volgens de gepaste ‘familie-bewegingen’. Op het podium is er nog een bewegingsmoment en zingen ze ook hun zelfgemaakte liedje. In de laatste strofe komt de tante uit de ruimte op bezoek en deelt ze ruimtesnoepjes uit. Deze rol wordt vervuld door de juf, die ook effectief snoepjes meebrengt als slot van de voorstelling. (performance) het kind vertelt een (eigen) verhaal (Ik als unieke kunstenaar) het kind bouwt vertrouwen op* (Ik als unieke kunstenaar) het kind toont een creatie (De performer) het kind maakt verbinding met het publiek (De performer) |
Commentaar/Suggesties/Associaties/Uitbreiding/Nawerking:
- Aandachtspunt: dit alles heeft veel tijd nodig! Er werd gedurende een hele maand aan gewerkt. Ook is er voldoende plaats nodig voor het opbergen van al het materiaal.
- De kinderen waren in de wolken! Ze hadden veel inbreng en waren dan ook erg betrokken.
- De kinderen gebruikten enkel fluo oranje als accentkleur bij het zwart. Op die manier konden ze creatief zijn met wat ze ermee doen. Welk deel zouden ze oranje maken? Vervolgens konden ze het nog afwerken met zilverpapier. Door de keuze beperkt te houden, stimuleer je de creativiteit meer!
- Aandachtspunt: dit alles heeft veel tijd nodig! Er werd gedurende een hele maand aan gewerkt. Ook is er voldoende plaats nodig voor het opbergen van al het materiaal.
- De kinderen waren in de wolken! Ze hadden veel inbreng en waren dan ook erg betrokken.
- De kinderen gebruikten enkel fluo oranje als accentkleur bij het zwart. Op die manier konden ze creatief zijn met wat ze ermee doen. Welk deel zouden ze oranje maken? Vervolgens konden ze het nog afwerken met zilverpapier. Door de keuze beperkt te houden, stimuleer je de creativiteit meer!