Lessen > organisatie
> inspiratie voor de lessen > ontwerpleerplan | good practices | bibliotheek | activiteitenkalender | de pilootleerkrachten aan het woord
> evaluatie > evaluatie in het kunstenbad | evaluatietool
> inspiratie voor de lessen > ontwerpleerplan | good practices | bibliotheek | activiteitenkalender | de pilootleerkrachten aan het woord
> evaluatie > evaluatie in het kunstenbad | evaluatietool
Movestories
Academie Tongeren
Academie Tongeren
Inspiratie: werk en filosofie van Anne Teresa De Keersmaeker.
‘The movement vocabulary is extremly simple, it is sort of basic. What I think is dancing about. When you ask a child to dance, one of the things he immediatly does is turning, and maybe some jumping.’ http://www.youtube.com/watch?v=E1OHl8_MPEg |
Lesverloop
1. inleidende oefeningen, verhalend dansen
- Ontspanningsoefening
De leerlingen nemen plaats op de grond en er volgt een korte ademhalingsoefening. De leerkracht telt van 21 naar 23 tijdens de inademing en telt af tijdens de uitademing. De leerkracht vraagt nadien om lichaamsdelen aan te spannen en te ontspannen. Dit bevordert de bewustwording van het lichaam.
- Opwarmingsoefeningen:
• Verhalende oefening
De leerkracht creëert een denkbeeldige ruimte waarbinnen de leerlingen zich mogen voortbe¬wegen. Men kan hiervoor het huis van de leerling gebrui¬ken. ‘‘Je ligt in je bed en je staat vervolgens op. Zoals elke morgen ga je naar de keuken en ontbijt je. Nadien ga je naar de badkamer om je tanden te poetsen...’’
• Beeldentuin
De leerlingen gaan per twee tegenover elkaar staan. Leerling A krijgt een foto van een stand¬beeld en moet leerling B in die houding krijgen zonder dat leerling B de foto ziet. Dit kan zowel verbaal als non-verbaal.
• Spiegeloefening
Er wordt een lijn gemaakt op de grond en de leerlingen gaan tegenover elkaar staan. Leerling A maakt een beweging en leerling B volgt de beweging.
• Versteningsoefening
De leerlingen wandelen door elkaar en stillaan verstenen ze tot standbeelden. Hierdoor leren de leerlingen lichaamsdelen te isoleren.
Je kan de leerlingen ook laten ‘smelten’. Ze kiezen dan zelf welk lichaamsdeel als eerste smelt.
2. Grote oefening, verhalend dansen
De begeleider brengt een verhaal en de leerlingen moeten dit verhaal als groep doorstaan. De leerlingen verbeelden het verhaal door meteen te bewegen terwijl ze naar het verhaal luisteren. Je kan echter ook maakt best een tekening op het bord maken!
‘‘Jullie zijn dieven en gaan een groot huis beroven. Het huis is echter zeer goed beveiligd! Aan de ingang staat een zeer grote haag. Enkele stappen verder staat een ijzeren hek. Nadien komen jullie een grote gracht tegen, er liggen wel stenen in de gracht. Jullie hebben eindelijk de deur bereikt en gaan naar binnen. Wan¬neer je binnenkomt is er een grote trappenhal en helemaal bovenaan ligt de zak met goud. Wanneer de honden blaffen moet je zo snel mogelijk terug naar de uitgang. ‘‘
De leerlingen gaan bewegingen moeten uitvoeren om de zak met geld te bereiken. Deze bewegingen worden de basis van een dans. Het verhaal wordt vergeten en de muziek wordt aangereikt. De bege¬leider kan klassikaal een dans ontwerpen met bewegingen die van de
leerlingen komen. Met de bewegingen van de kinderen wordt er klassikaal een dans ontworpen. Je kan dit zeer makkelijk, maar ook zeer complext maken. Dit is vooral afhankelijk van de muziekkeuze.
1. inleidende oefeningen, verhalend dansen
- Ontspanningsoefening
De leerlingen nemen plaats op de grond en er volgt een korte ademhalingsoefening. De leerkracht telt van 21 naar 23 tijdens de inademing en telt af tijdens de uitademing. De leerkracht vraagt nadien om lichaamsdelen aan te spannen en te ontspannen. Dit bevordert de bewustwording van het lichaam.
- Opwarmingsoefeningen:
• Verhalende oefening
De leerkracht creëert een denkbeeldige ruimte waarbinnen de leerlingen zich mogen voortbe¬wegen. Men kan hiervoor het huis van de leerling gebrui¬ken. ‘‘Je ligt in je bed en je staat vervolgens op. Zoals elke morgen ga je naar de keuken en ontbijt je. Nadien ga je naar de badkamer om je tanden te poetsen...’’
• Beeldentuin
De leerlingen gaan per twee tegenover elkaar staan. Leerling A krijgt een foto van een stand¬beeld en moet leerling B in die houding krijgen zonder dat leerling B de foto ziet. Dit kan zowel verbaal als non-verbaal.
• Spiegeloefening
Er wordt een lijn gemaakt op de grond en de leerlingen gaan tegenover elkaar staan. Leerling A maakt een beweging en leerling B volgt de beweging.
• Versteningsoefening
De leerlingen wandelen door elkaar en stillaan verstenen ze tot standbeelden. Hierdoor leren de leerlingen lichaamsdelen te isoleren.
Je kan de leerlingen ook laten ‘smelten’. Ze kiezen dan zelf welk lichaamsdeel als eerste smelt.
2. Grote oefening, verhalend dansen
De begeleider brengt een verhaal en de leerlingen moeten dit verhaal als groep doorstaan. De leerlingen verbeelden het verhaal door meteen te bewegen terwijl ze naar het verhaal luisteren. Je kan echter ook maakt best een tekening op het bord maken!
‘‘Jullie zijn dieven en gaan een groot huis beroven. Het huis is echter zeer goed beveiligd! Aan de ingang staat een zeer grote haag. Enkele stappen verder staat een ijzeren hek. Nadien komen jullie een grote gracht tegen, er liggen wel stenen in de gracht. Jullie hebben eindelijk de deur bereikt en gaan naar binnen. Wan¬neer je binnenkomt is er een grote trappenhal en helemaal bovenaan ligt de zak met goud. Wanneer de honden blaffen moet je zo snel mogelijk terug naar de uitgang. ‘‘
De leerlingen gaan bewegingen moeten uitvoeren om de zak met geld te bereiken. Deze bewegingen worden de basis van een dans. Het verhaal wordt vergeten en de muziek wordt aangereikt. De bege¬leider kan klassikaal een dans ontwerpen met bewegingen die van de
leerlingen komen. Met de bewegingen van de kinderen wordt er klassikaal een dans ontworpen. Je kan dit zeer makkelijk, maar ook zeer complext maken. Dit is vooral afhankelijk van de muziekkeuze.
Leerdoelen waaraan gewerkt werd:
het kind kan spelen met elementen van… (De vakman)
het kind creëert (Ik als unieke kunstenaar)
het kind toont een creatie (De performer) hier en nu - je plan leren trekken - scala van mogelijkheden benutten - overgave
het kind vindt een evenwicht tussen het ik en de groep* (De samenspeler) durven - plaats en of ruimte durven nemen en geven - aan de slag gaan met de ideeën van anderen
het kind verwerft inzicht (De vakman) werken aan een doel
het kind vertelt een (eigen) verhaal (Ik als unieke kunstenaar) plezier
het kind drukt zich persoonlijk uit (Ik als unieke kunstenaar) zich uiten (in een eigen taal)
Extra tips:
- Schep ruimte in het klaslokaal.
- Instructies moeten duidelijk en stapsgewijs zijn.
- Aanpassen aan het doelpubliek!
- Straal vertrouwen uit!
- Denk goed na over de muziek die je gebruikt!
- Denk goed na over het verhaal dat je gebruikt!
- Kies de juiste opwarmingsoefening voor jouw groep.