Lessen > organisatie
> inspiratie voor de lessen > ontwerpleerplan | good practices | bibliotheek | activiteitenkalender | de pilootleerkrachten aan het woord
> evaluatie > evaluatie in het kunstenbad | evaluatietool
> inspiratie voor de lessen > ontwerpleerplan | good practices | bibliotheek | activiteitenkalender | de pilootleerkrachten aan het woord
> evaluatie > evaluatie in het kunstenbad | evaluatietool
Zintuigen
Academie Ronse
Academie Ronse
Zintuigen:
1. De vijf werken van Magritte
We kijken met de leerlingen naar vijf verschillende werken van René Magritte, waarbij in elk werk één zintuig centraal staat. De kinderen bekijken goed deze werken, zoeken naar het centrale zintuig, en vertellen wat ze verder nog zien, wat het vervolg van het werk zou kunnen zijn, wat er is aan voorafgegaan, wat de titel zou kunnen zijn, …
2. Zintuiglijk bewegen
De kinderen bewegen vanuit de verschillende zintuigen:
HOREN
Een deel van de groep maakt op allerlei manieren en met variatie in volumes geluiden (met de vingers tikken op de tafel, trappelen met de voeten op de grond, wrijven over de radiator,…); de andere leerlingen bewegen vrij op deze geluiden.
ZIEN
De leerlingen krijgen enkele op diascherm geprojecteerde werken van Magritte te zien, waarop ze onmiddellijk bewegen.
RUIKEN
De leerlingen worden in groepjes van twee verdeeld. Verspreid over het lokaal staan potjes met 'iets' in.
De duo's wandelen rond, waarbij de ene leerling de andere geblinddoekte leerling begeleid naar een potje.
De geblinddoekte leerling krijgt van zijn compagnon een geopend potje onder de neus geduwd, waarop de geblinddoekte leerling meteen, vanuit impuls, op probeert te bewegen.
Zelfde oefening kan met VOELEN en PROEVEN.
3. Zintuiglijke diareportage maken
De leerlingen maken in vijf plaatjes een old-school-dia reportage, met gekleurde stiftjes en kalkpapier. Op elk plaatje staat een ander zintuig centraal. De kalkpapiertjes worden in een diahoudertje geplaatst. De vijf plaatjes samen kunnen eventueel een miniverhaaltje vormen. Bij elk plaatje bedenken de leerlingen een geluid of een beweging.
4. Voorstelling van de diareportage
De leerlingen presenteren om beurt hun diareportage, op groot scherm.
Bij elke dia maken de leerlingen een geluid of beweging.
Leerdoelen waaraan gewerkt werd:
het kind ontdekt diverse kunstuitingen (De onderzoeker)
het kind toont nieuwsgierigheid (De onderzoeker)
het kind onderzoekt (De onderzoeker)
het kind exploreert en experimenteert (De onderzoeker)
het kind drukt zich persoonlijk uit (Ik als unieke kunstenaar)
het kind creëert (Ik als unieke kunstenaar)
het kind kan spelen met elementen van… (De vakman)
het kind toont een creatie (De performer)
1. De vijf werken van Magritte
We kijken met de leerlingen naar vijf verschillende werken van René Magritte, waarbij in elk werk één zintuig centraal staat. De kinderen bekijken goed deze werken, zoeken naar het centrale zintuig, en vertellen wat ze verder nog zien, wat het vervolg van het werk zou kunnen zijn, wat er is aan voorafgegaan, wat de titel zou kunnen zijn, …
2. Zintuiglijk bewegen
De kinderen bewegen vanuit de verschillende zintuigen:
HOREN
Een deel van de groep maakt op allerlei manieren en met variatie in volumes geluiden (met de vingers tikken op de tafel, trappelen met de voeten op de grond, wrijven over de radiator,…); de andere leerlingen bewegen vrij op deze geluiden.
ZIEN
De leerlingen krijgen enkele op diascherm geprojecteerde werken van Magritte te zien, waarop ze onmiddellijk bewegen.
RUIKEN
De leerlingen worden in groepjes van twee verdeeld. Verspreid over het lokaal staan potjes met 'iets' in.
De duo's wandelen rond, waarbij de ene leerling de andere geblinddoekte leerling begeleid naar een potje.
De geblinddoekte leerling krijgt van zijn compagnon een geopend potje onder de neus geduwd, waarop de geblinddoekte leerling meteen, vanuit impuls, op probeert te bewegen.
Zelfde oefening kan met VOELEN en PROEVEN.
3. Zintuiglijke diareportage maken
De leerlingen maken in vijf plaatjes een old-school-dia reportage, met gekleurde stiftjes en kalkpapier. Op elk plaatje staat een ander zintuig centraal. De kalkpapiertjes worden in een diahoudertje geplaatst. De vijf plaatjes samen kunnen eventueel een miniverhaaltje vormen. Bij elk plaatje bedenken de leerlingen een geluid of een beweging.
4. Voorstelling van de diareportage
De leerlingen presenteren om beurt hun diareportage, op groot scherm.
Bij elke dia maken de leerlingen een geluid of beweging.
Leerdoelen waaraan gewerkt werd:
het kind ontdekt diverse kunstuitingen (De onderzoeker)
het kind toont nieuwsgierigheid (De onderzoeker)
het kind onderzoekt (De onderzoeker)
het kind exploreert en experimenteert (De onderzoeker)
het kind drukt zich persoonlijk uit (Ik als unieke kunstenaar)
het kind creëert (Ik als unieke kunstenaar)
het kind kan spelen met elementen van… (De vakman)
het kind toont een creatie (De performer)