Lessen > organisatie
> inspiratie voor de lessen > ontwerpleerplan | good practices | bibliotheek | activiteitenkalender | de pilootleerkrachten aan het woord
> evaluatie > evaluatie in het kunstenbad | evaluatietool
> inspiratie voor de lessen > ontwerpleerplan | good practices | bibliotheek | activiteitenkalender | de pilootleerkrachten aan het woord
> evaluatie > evaluatie in het kunstenbad | evaluatietool
Toveren
Academie Ronse
Academie Ronse
Toveren:
In de Kunstacademie van Ronse toveren de leerkrachten wekelijks opdrachten uit hun mouw rond thema’s die aansluiten bij de leefwereld van de kinderen. Gedurende enkele weken wordt het thema ‘TOVEREN’ geëxploreerd.
Toverspreuken komen op muzikale en theatrale wijze aan bod, er worden toverstokjes gemaakt, tovenarijklanken, een toverbol, … Op allerlei manieren komt het thema aan bod. Ideeën in overvloed om rond dit thema te werken. We kijken even door het sleutelgat binnen…
In de Kunstacademie van Ronse toveren de leerkrachten wekelijks opdrachten uit hun mouw rond thema’s die aansluiten bij de leefwereld van de kinderen. Gedurende enkele weken wordt het thema ‘TOVEREN’ geëxploreerd.
Toverspreuken komen op muzikale en theatrale wijze aan bod, er worden toverstokjes gemaakt, tovenarijklanken, een toverbol, … Op allerlei manieren komt het thema aan bod. Ideeën in overvloed om rond dit thema te werken. We kijken even door het sleutelgat binnen…
Een blik in de toverwereld van Ronse
Bij meester Filip en juf Eline geraak je niet zomaar binnen. Je kent best de toverspreuk.
Gelukkig hebben de kinderen ze goed onthouden: 'Boem, si li la ki la lu o tu tu!'
Naast het ontdekken van toverspreuken, maakten de kinderen tijdens de vorige les ook toverstokjes. Die kunnen ze op verschillende manieren goed gebruiken tijdens de les.
Bij meester Filip en juf Eline geraak je niet zomaar binnen. Je kent best de toverspreuk.
Gelukkig hebben de kinderen ze goed onthouden: 'Boem, si li la ki la lu o tu tu!'
Naast het ontdekken van toverspreuken, maakten de kinderen tijdens de vorige les ook toverstokjes. Die kunnen ze op verschillende manieren goed gebruiken tijdens de les.
Opwarming: bewegen op muziek met verschillende lichaamsdelen
De kinderen staan in een kring en er klinkt rustige muziek.
Ze maken kleine bewegingen met het lichaamsdeel dat de juf met een toverstok aanraakt bij één van de kinderen. De anderen doen mee. De juf gaat rond en duidt telkens een andere lichaamsdeel aan bij één van de kinderen. De anderen volgen deze verandering van beweging. Beweeg enkel met je hoofd, je pink, je poep, …
De bewegingen worden groter. ‘Heel het lichaam beweegt nu mee, je mag nu plaats nemen om heel goed opgewarmd te geraken.’
De kinderen staan in een kring en er klinkt rustige muziek.
Ze maken kleine bewegingen met het lichaamsdeel dat de juf met een toverstok aanraakt bij één van de kinderen. De anderen doen mee. De juf gaat rond en duidt telkens een andere lichaamsdeel aan bij één van de kinderen. De anderen volgen deze verandering van beweging. Beweeg enkel met je hoofd, je pink, je poep, …
De bewegingen worden groter. ‘Heel het lichaam beweegt nu mee, je mag nu plaats nemen om heel goed opgewarmd te geraken.’
Betoveren en betoverd worden
-Per twee mogen de kinderen mekaar betoveren met een zelf uitgevonden toverspreuk.
Ze mogen mekaar veranderen in mensen, dieren, voorwerpen,… Wie betoverd is ‘verandert’… zo overtuigend mogelijk…
-De ene groep (helft van de klas) mag de andere groep betoveren en raden wat ze geworden zijn. (Zonder geluid)
-Per twee mogen de kinderen mekaar betoveren met een zelf uitgevonden toverspreuk.
Ze mogen mekaar veranderen in mensen, dieren, voorwerpen,… Wie betoverd is ‘verandert’… zo overtuigend mogelijk…
-De ene groep (helft van de klas) mag de andere groep betoveren en raden wat ze geworden zijn. (Zonder geluid)
Fantaseren over de toverstok
-Wat zou deze stok nog kunnen zijn? (Oefening in creativiteit) ‘Een vliegenmepper, klok, metaaldetector, mannetje zonder armen en benen, …’
De kinderen fantaseren er op los en proberen het allemaal eens uit.
De ideeën en bewegingen worden een choreografie
De verschillende ideeën van de kinderen worden verder uitgewerkt tot een choreografie.
In het begin regelt een politieman het verkeer, vervolgens begint de dag: we wandelen met onze wandelstok, we kijken in de spiegel en doen onze oorbellen aan, we likken aan een lekstok, we spelen een deuntje op onze fluit, we blazen bellen, we lopen met een ballon, … Op het einde stijgt de ballon op en zijn we ze kwijt. Jammer… De toverstok belandt op de grond. De volledige choreografie wordt geoefend. Er volgt ook een repetitie met muziek.
Op bezoek bij de klas van juf Greet
Na een uurtje gaan de kinderen op bezoek bij juf Greet. Wanneer ze voor de deur komen van de klas van juf Greet, gebruiken de kinderen op lieve, vragende toon de ‘vriendelijke toverspreuk’. De deur gaat open… en ze sluiten aan bij de andere groep kinderen.
Samen zingen voor en met de andere kinderen
De kinderen van de klas van juf Greet zingen samen een liedje rond het thema ‘toveren’ dat ze tijdens de vorige les aanleerden. De kinderen hebben verschillende bewegingen bedacht die ze tijdens het zingen uitvoeren. Ze zullen dit later op een podium zingen tijdens een toonmoment en oefenen dit zo al eens voor de groep van meester Filip. Vervolgens leren die kinderen het refrein ook meezingen.
De kinderen van de klas van juf Greet zingen samen een liedje rond het thema ‘toveren’ dat ze tijdens de vorige les aanleerden. De kinderen hebben verschillende bewegingen bedacht die ze tijdens het zingen uitvoeren. Ze zullen dit later op een podium zingen tijdens een toonmoment en oefenen dit zo al eens voor de groep van meester Filip. Vervolgens leren die kinderen het refrein ook meezingen.
Een gedicht in een doosje
De juf haalt verschillende kaartjes uit een doosje en toont deze één voor één aan de kinderen. (kaartjes met pictogrammen) Ze zien handen, tenen, voeten, … Maar het zijn geen gewone handen en voeten. Het zijn toverhanden, tovertenen, …
De juf haalt verschillende kaartjes uit een doosje en toont deze één voor één aan de kinderen. (kaartjes met pictogrammen) Ze zien handen, tenen, voeten, … Maar het zijn geen gewone handen en voeten. Het zijn toverhanden, tovertenen, …
-Juf Greet laat de pictogrammen zien en legt ze één voor één neer.
-De kinderen oefenen het gedichtje.
-De kinderen worden opgesplitst in twee groepen. De ene groep zegt steeds ‘TOVER’… De andere groep vult aan. Bij de woorden mogen de kinderen geluiden bedenken die ze kunnen maken met hun lichaam. (op de tenen lopen, op de tenen lopen, stampen, op de billen slaan,...) Het gedichtje wordt ritmisch ingeoefend. Daarbij wordt er ook gewisseld van groep.
-De kinderen oefenen het gedichtje.
-De kinderen worden opgesplitst in twee groepen. De ene groep zegt steeds ‘TOVER’… De andere groep vult aan. Bij de woorden mogen de kinderen geluiden bedenken die ze kunnen maken met hun lichaam. (op de tenen lopen, op de tenen lopen, stampen, op de billen slaan,...) Het gedichtje wordt ritmisch ingeoefend. Daarbij wordt er ook gewisseld van groep.
Gedicht met instrumenten
Wanneer de kinderen het onder de knie hebben, krijgen ze elk een kleine ritme-instrument.
Claves (voor de groep die ‘tover’ speelt), allerhande kleine percussie voor de andere groep. (tube, tamboerijn, …). De kinderen oefenen het gedichtje nu met de instrumenten. Het is opletten voor sommige ritmes: ‘neus’, klinkt anders dan ‘tenen’! Bij ‘neus’ hoef je dus maar één keer op je instrument te spelen.
Ook hierbij wordt er van groep gewisseld.
Wanneer de kinderen het onder de knie hebben, krijgen ze elk een kleine ritme-instrument.
Claves (voor de groep die ‘tover’ speelt), allerhande kleine percussie voor de andere groep. (tube, tamboerijn, …). De kinderen oefenen het gedichtje nu met de instrumenten. Het is opletten voor sommige ritmes: ‘neus’, klinkt anders dan ‘tenen’! Bij ‘neus’ hoef je dus maar één keer op je instrument te spelen.
Ook hierbij wordt er van groep gewisseld.
Geheugentraining
De pictogrammen van het gedicht liggen nog steeds op de grond, maar één voor één draait de juf een kaartje om.
Zouden de kinderen het zo nog steeds kunnen? Uiteindelijk kennen de kinderen het gedicht helemaal uit het hoofd.
Toonmoment
Als afsluiting van het thema organiseerden de leerkrachten nog een toonmoment voor de ouders en sympathisanten. Daarbij werd nauw samengewerkt met collega’s en leerlingen uit andere disciplines.
Het resultaat kan je hier bewonderen:
leerdoelen waaraan gewerkt werd:
het kind kan spelen met elementen van… (De vakman)
het kind exploreert en experimenteert (De onderzoeker)
het kind creëert (Ik als unieke kunstenaar)
het kind drukt zich persoonlijk uit (Ik als unieke kunstenaar)
het kind bouwt vertrouwen op* (Ik als unieke kunstenaar)
het kind toont engagement* (De samenspeler)
het kind vindt een evenwicht tussen het ik en de groep* (De samenspeler)
het kind toont een creatie (De performer)
het kind vertelt een (eigen) verhaal (Ik als unieke kunstenaar)
het kind beleeft en ervaart kunst (Ik als unieke kunstenaar)
het kind kan zich focussen* (De vakman)
het kind verwerft inzicht (De vakman)
het kind maakt verbinding met het publiek (De performer)